Afwijkende mondgewoonten
Hieronder worden die gewoonten verstaan die negatieve gevolgen hebben voor de gebitsstand, het spreken en het gehoor. Voorbeelden hiervan zijn speen- duim-en vingerzuigen, open mondgedrag en verkeerd slikken.
Oorzaken van het mondademen en verkeerd slikken kunnen vaak zijn: te lang een speentje gehad, regelmatige verkoudheden en vergrote keel- of neusamandelen.
Er kunnen problemen op spraakgebied ontstaan zoals lispelen en binnensmonds praten. Het gebit kan scheef gaan staan, tanden naar voren en/of een open beet. Ook kunnen er hoorproblemen ontstaan doordat de buis van Eustachius te weinig ontlucht wordt wat weer gevolgen voor de spraak- en taalontwikkeling kan hebben door eventueel (tijdelijk) gehoorverlies.
Afbeelding van een interdentale (tussen de tanden door) slik.